Een verklaringsmodel voor de werking van inhibitietesten
Object
Titel
Een verklaringsmodel voor de werking van inhibitietesten
Author(s)
M. van den Berg
Abstract
Binnen de osteopathie bestaat een grote variatie aan manuele technieken, zowel in diagnostiek als in therapie. Eén van de diagnostische tools die aan osteopaten ter beschikking staan is de inhibitietest. Met behulp van inhibitietesten kunnen binnen een patroon van osteopathische dysfuncties de onderlinge verhoudingen worden vastgesteld. Een impuls ter hoogte van de ene dysfunctie kan ter hoogte van een andere dysfunctie een palpabel effect hebben: de dysfunctie wordt bijvoorbeeld gedempt of versterkt, of de weefselkwaliteit verandert. Door de verschillende dysfuncties tegen elkaar te testen, kan bepaald worden wat op dat moment de dysfuncties zijn die het patroon dirigeren, en die dus als startpunt voor de behandeling kunnen dienen.
Inhibitietesten worden aan College Sutherland (Amsterdam) gebruikt als vast onderdeel van het osteopathisch onderzoeksprotocol. Maar hoewel door diverse auteurs verschillende vormen van inhibitietesten beschreven zijn, en er voldoende practice-based evidence is voor de werkzaamheid, is er in de literatuur geen informatie beschikbaar over het onderliggende mechanisme. Enkele vragen die men zich kan stellen zijn: hoe kan de impuls van de test een palpabele reactie opwekken in een dysfunctionele structuur? Welke omstandigheden zijn verantwoordelijk voor het bestaan van een relatie tussen dysfunctionele structuren? Hoe kan het dat er in deze relatie vaak een hiërarchie bestaat, waardoor de ene dysfunctie reageert op de andere, maar niet andersom?
In dit eindwerk doen wij op basis van een review van osteopathische en biomedische literatuur een suggestie voor een verklaringsmodel waarmee deze (en andere) vragen in theorie beantwoord kunnen worden. Ter illustratie wordt een casus uit de osteopathische praktijk uitgewerkt volgens het verklaringsmodel. Daarnaast doen wij een aantal suggesties voor vervolgonderzoek, waarmee het model experimenteel gevalideerd zou kunnen worden.
Inhibitietesten worden aan College Sutherland (Amsterdam) gebruikt als vast onderdeel van het osteopathisch onderzoeksprotocol. Maar hoewel door diverse auteurs verschillende vormen van inhibitietesten beschreven zijn, en er voldoende practice-based evidence is voor de werkzaamheid, is er in de literatuur geen informatie beschikbaar over het onderliggende mechanisme. Enkele vragen die men zich kan stellen zijn: hoe kan de impuls van de test een palpabele reactie opwekken in een dysfunctionele structuur? Welke omstandigheden zijn verantwoordelijk voor het bestaan van een relatie tussen dysfunctionele structuren? Hoe kan het dat er in deze relatie vaak een hiërarchie bestaat, waardoor de ene dysfunctie reageert op de andere, maar niet andersom?
In dit eindwerk doen wij op basis van een review van osteopathische en biomedische literatuur een suggestie voor een verklaringsmodel waarmee deze (en andere) vragen in theorie beantwoord kunnen worden. Ter illustratie wordt een casus uit de osteopathische praktijk uitgewerkt volgens het verklaringsmodel. Daarnaast doen wij een aantal suggesties voor vervolgonderzoek, waarmee het model experimenteel gevalideerd zou kunnen worden.
Date Created
September 2021
Type
Literatuurstudie, casestudie
number of pages
100