Oorzakelijke osteopathische verbanden bij benigne spierkramp-fasciculatiesyndroom van de linkerkuit
Object
Titel
Oorzakelijke osteopathische verbanden bij benigne spierkramp-fasciculatiesyndroom van de linkerkuit
Author(s)
A. Kramer
Abstract
In deze casestudy wordt een 52-jarige patiënte besproken, die sinds één jaar het benigne spierkramp-fasciculatiesyndroom heeft. Daarbij heeft ze al van jongs af aan last van chronische rhinosinusitis. De patiënte is drie keer osteopathisch behandeld, na het eerste consult zijn de fasciculaties overdag in de linkerkuit met 60-70% afgenomen. Tevens zijn de nachtelijke krampen in de linkerkuit sterk verminderd. Verder gebruikte de patiënt dagelijks neusspray om de neusbijholten vrij te houden. Het gebruik daarvan is gereduceerd tot twee keer in de drie weken. Doordat de oorzaak van het benigne spier-kramp-fasciculatiesyndroom vaak onbekend is, wordt het in het reguliere circuit vaak symptomatisch behandeld door gebruik te maken van anti-epileptische geneesmiddelen zoals carbamazepine, gabapentine en fenytoïde.
In deze casestudy zijn enkele relaties uitgewerkt tussen de dirigerende dysfuncties en de structuren die betrokken kunnen zijn bij benigne spierkramp-fasciculatiesyndroom in de linkerkuit. Concluderend kan gesteld worden dat alle structuren die behandeld zijn een positieve bijdrage hebben geleverd aan de primaire klacht. Deze relaties hebben betrek-king op het herstel van de mobiliteit, functie en fysiologie van de hepar, het intestinum en het sigmoïd. Door de hepar te behandelen is het mogelijk om de stofwisseling van het detoxificatieproces te beïnvloeden, maar ook de vascularisatie te stimuleren waardoor de afvalstoffen beter afgevoerd kunnen worden. Dit heeft een positieve invloed op zowel het extra- en intracellulaire milieu, de conditie van het bindweefsel en de fasciae rondom de hepar.
Uit literatuurstudies blijkt een fysiologisch verband met het elektrolyten metabolisme te zijn, met als mogelijke oorzaak het benigne spierkramp-fasciculatiesyndroom. Hieruit blijkt dat met name een verstoring van de kaliumspiegel van invloed zou kunnen zijn op krampen en fasciculaties. Omdat kalium via de natrium/kalium pomp betrokken is bij de handhaving van een goed evenwicht tussen het intra en extracellulaire celmetabolisme, kan een verstoord evenwicht verandering geven in het rustmembraanpotentiaal en daar-door van invloed zijn op de neuromusculaire signaaloverdracht. Deze verstoring kan lei-den tot krampen en fasciculaties in de spieren.
De behandeling heeft tevens positief bijgedragen aan het verminderen van de secundaire klacht, chronische rhinosinusitis. Er worden twee osteopathische relaties benoemd die hierbij van invloed kunnen zijn geweest. Eerste effect betreft een verminderd mobiel in-testinum met als mogelijk gevolg een verminderde functie van het immuunsysteem en de immuniteitsfunctie van de slijmvliezen. Het tweede effect is de relatie van het intestinum, peritoneum pariëtale inferior, sigmoïd en de radix mesentericus op de wervelkolom, die via de dura mater invloed heeft op de mobiliteit van de craniale botstukken die in verbinding staan met de sinussen.
In deze casestudy zijn enkele relaties uitgewerkt tussen de dirigerende dysfuncties en de structuren die betrokken kunnen zijn bij benigne spierkramp-fasciculatiesyndroom in de linkerkuit. Concluderend kan gesteld worden dat alle structuren die behandeld zijn een positieve bijdrage hebben geleverd aan de primaire klacht. Deze relaties hebben betrek-king op het herstel van de mobiliteit, functie en fysiologie van de hepar, het intestinum en het sigmoïd. Door de hepar te behandelen is het mogelijk om de stofwisseling van het detoxificatieproces te beïnvloeden, maar ook de vascularisatie te stimuleren waardoor de afvalstoffen beter afgevoerd kunnen worden. Dit heeft een positieve invloed op zowel het extra- en intracellulaire milieu, de conditie van het bindweefsel en de fasciae rondom de hepar.
Uit literatuurstudies blijkt een fysiologisch verband met het elektrolyten metabolisme te zijn, met als mogelijke oorzaak het benigne spierkramp-fasciculatiesyndroom. Hieruit blijkt dat met name een verstoring van de kaliumspiegel van invloed zou kunnen zijn op krampen en fasciculaties. Omdat kalium via de natrium/kalium pomp betrokken is bij de handhaving van een goed evenwicht tussen het intra en extracellulaire celmetabolisme, kan een verstoord evenwicht verandering geven in het rustmembraanpotentiaal en daar-door van invloed zijn op de neuromusculaire signaaloverdracht. Deze verstoring kan lei-den tot krampen en fasciculaties in de spieren.
De behandeling heeft tevens positief bijgedragen aan het verminderen van de secundaire klacht, chronische rhinosinusitis. Er worden twee osteopathische relaties benoemd die hierbij van invloed kunnen zijn geweest. Eerste effect betreft een verminderd mobiel in-testinum met als mogelijk gevolg een verminderde functie van het immuunsysteem en de immuniteitsfunctie van de slijmvliezen. Het tweede effect is de relatie van het intestinum, peritoneum pariëtale inferior, sigmoïd en de radix mesentericus op de wervelkolom, die via de dura mater invloed heeft op de mobiliteit van de craniale botstukken die in verbinding staan met de sinussen.
Date Created
Februari 2018
Type
Casestudie
number of pages
54