Hoe benoemen osteopaten in Nederland dysfuncties van de hartmobiliteit
Object
Titel
Hoe benoemen osteopaten in Nederland dysfuncties van de hartmobiliteit
Author(s)
S. Gloudemans-Beekwilder
N. Nibte
N. Nibte
Abstract
Doelstelling: Deze verkennende studie is bedoeld om meer inzicht te krijgen in de gebruikte terminologie van dysfuncties van de hartmobiliteit om te achterhalen of er sprake is van eenduidigheid.
Methode: Er is een exploratief, kwalitatief onderzoek gedaan. Het onderzoeksprobleem is verkend middels open en gesloten vragen over dysfuncties van het hart via hartassen, translaties en fasciale mobiliteit met het script van College Sutherland als basis. Er is een open vraag gesteld over andere benoemingen. Hierdoor werd het mogelijk te analyseren welke terminologie de respondenten verder gebruiken. Er is gepeild of zij eenduidigheid ervaren en welk belang eraan wordt gehecht. Daarnaast is gekeken of genoten opleiding, afstudeerjaar, geslacht en leeftijd van invloed waren op de resultaten.
Resultaten: Er zijn 729 osteopaten uitgenodigd voor de online-enquête. De resultaten van 185 respondenten zijn gebruikt. De grootste groep respondenten kwam van The International Academy of Osteopathy en College Sutherland. De andere respondenten kwamen van andere opleidingen. Deze groep was percentueel zo klein dat ze als één groep zijn opgenomen onder Overig.
Er zijn drie opleidingsinstituten benaderd om vragen te beantwoorden omtrent hun visie op de benoeming van dysfuncties, te weten Panta Rhei, College Sutherland en The International Academy of Osteopathy. Van de laatste opleiding is alleen de informatie uit het script gebruikt, daar deze geen verdere medewerking verleende.
Conclusie: De antwoorden op de online enquête hebben uitgewezen dat er geen eenduidigheid bestaat in het benoemen van dysfuncties van de hartmobiliteit. Het afstudeerjaar en de genoten opleiding waren van invloed op de resultaten. De geïnterviewde opleidingsinstituten bevestigden dit beeld. Het belang van eenduidigheid toonde vooral een wisselend beeld tussen beide opleidingen. Er lijkt wel behoefte aan eenduidigheid te zijn.
Leerpunt: Er was duidelijk verschil tussen de antwoorden van respondenten van The International Academy of Osteopathy en College Sutherland. Indien het script van The International Academy of Osteopathy was meegenomen in de vraagstelling had dit mogelijk extra data en meer conclusies kunnen opleveren.
Aanbeveling: De resultaten van dit onderzoek kunnen als eerste stap gezien worden voor de opleidingen en overkoepelende organisaties om opnieuw met elkaar tot consensus te komen over benoeming van dysfuncties.
Methode: Er is een exploratief, kwalitatief onderzoek gedaan. Het onderzoeksprobleem is verkend middels open en gesloten vragen over dysfuncties van het hart via hartassen, translaties en fasciale mobiliteit met het script van College Sutherland als basis. Er is een open vraag gesteld over andere benoemingen. Hierdoor werd het mogelijk te analyseren welke terminologie de respondenten verder gebruiken. Er is gepeild of zij eenduidigheid ervaren en welk belang eraan wordt gehecht. Daarnaast is gekeken of genoten opleiding, afstudeerjaar, geslacht en leeftijd van invloed waren op de resultaten.
Resultaten: Er zijn 729 osteopaten uitgenodigd voor de online-enquête. De resultaten van 185 respondenten zijn gebruikt. De grootste groep respondenten kwam van The International Academy of Osteopathy en College Sutherland. De andere respondenten kwamen van andere opleidingen. Deze groep was percentueel zo klein dat ze als één groep zijn opgenomen onder Overig.
Er zijn drie opleidingsinstituten benaderd om vragen te beantwoorden omtrent hun visie op de benoeming van dysfuncties, te weten Panta Rhei, College Sutherland en The International Academy of Osteopathy. Van de laatste opleiding is alleen de informatie uit het script gebruikt, daar deze geen verdere medewerking verleende.
Conclusie: De antwoorden op de online enquête hebben uitgewezen dat er geen eenduidigheid bestaat in het benoemen van dysfuncties van de hartmobiliteit. Het afstudeerjaar en de genoten opleiding waren van invloed op de resultaten. De geïnterviewde opleidingsinstituten bevestigden dit beeld. Het belang van eenduidigheid toonde vooral een wisselend beeld tussen beide opleidingen. Er lijkt wel behoefte aan eenduidigheid te zijn.
Leerpunt: Er was duidelijk verschil tussen de antwoorden van respondenten van The International Academy of Osteopathy en College Sutherland. Indien het script van The International Academy of Osteopathy was meegenomen in de vraagstelling had dit mogelijk extra data en meer conclusies kunnen opleveren.
Aanbeveling: De resultaten van dit onderzoek kunnen als eerste stap gezien worden voor de opleidingen en overkoepelende organisaties om opnieuw met elkaar tot consensus te komen over benoeming van dysfuncties.
Date Created
2019
Type
Onderzoek (enquete), literatuurstudie
number of pages
119