Experimenteel onderzoek naar de verschillende behandelresultaten bij COVID-19 patiënten tussen drie interventiegroepen; osteopathie, osteopathie in combinatie met fysiotherapie en fysiotherapie
Object
Titel
Experimenteel onderzoek naar de verschillende behandelresultaten bij COVID-19 patiënten tussen drie interventiegroepen; osteopathie, osteopathie in combinatie met fysiotherapie en fysiotherapie
Author(s)
J. Loomans
L. Voets
L. Voets
Abstract
Doel
SARS-CoV-2 is het virus dat kan leiden tot een COVID-19 infectie, met vaak ernstige ziektesymptomen. Het kenmerkende van dit virus is dat postvirale klachten lang aanhouden. Het doel van ons onderzoek is een uitspraak te kunnen doen over de effectiviteit van drie verschillende behandelvormen bij patiënten met langdurige postvirale klachten na een COVID-19 infectie. Het betreft de volgende behandelvormen; osteopathie, osteopathie in combinatie met fysiotherapie en fysiotherapie.
Methode
In dit onderzoek hebben dertig volwassenen met COVID-19 klachten via zelfselectie deelgenomen aan een behandeling fysiotherapie, osteopathie en fysiotherapie of osteopathie. De duur van het praktische onderzoek was zes weken, waarin de fysiotherapeutische behandelingen tweemaal per week plaats vonden en de osteopathische behandelingen een interval hadden van twee weken met een totaal van drie behandelingen. De osteopathische behandelingen werden uitgevoerd volgens de black-boxmethode. De primaire onderzoeksresultaten zijn vervolgens geanalyseerd uit een gemiddelde symptomenscore van de ABC-CoV tool.
Resultaten
De resultaten van de subvragen laten het beeld zien dat de interventie fysiotherapie in combinatie met osteopathie het meest significante behandeleffect heeft. Afgezien van één subvraag (‘kortademigheid en hoesten’) waarin de interventie fysiotherapie in combinatie met osteopathie significant meer behandeleffect had dan fysiotherapie, is er geen significant behandeleffect verschil waargenomen tussen de interventies onderling. Fysiotherapie en osteopathie als solo-interventie laten ook een significant behandeleffect zien bij de meeste subvragen. Het behandeleffect van deze interventies is minder groot dan fysiotherapie in combinatie met osteopathie.
Conclusie
Uit dit onderzoek zou de voorlopige conclusie kunnen worden getrokken dat een combinatie van osteopathie en fysiotherapie een groter behandeleffect heeft dan fysiotherapie of osteopathie op zichzelf staand. Vanwege de kleine sample size van het onderzoek en de lage significante verschillen tussen de groepen kan deze aanname niet bevestigd worden. Er zou meer onderzoek moeten worden gedaan om de aanname meer validiteit en betrouwbaarheid te geven. Hierbij kan worden gedacht aan een grotere sample size en andere in- en exclusiecriteria.
SARS-CoV-2 is het virus dat kan leiden tot een COVID-19 infectie, met vaak ernstige ziektesymptomen. Het kenmerkende van dit virus is dat postvirale klachten lang aanhouden. Het doel van ons onderzoek is een uitspraak te kunnen doen over de effectiviteit van drie verschillende behandelvormen bij patiënten met langdurige postvirale klachten na een COVID-19 infectie. Het betreft de volgende behandelvormen; osteopathie, osteopathie in combinatie met fysiotherapie en fysiotherapie.
Methode
In dit onderzoek hebben dertig volwassenen met COVID-19 klachten via zelfselectie deelgenomen aan een behandeling fysiotherapie, osteopathie en fysiotherapie of osteopathie. De duur van het praktische onderzoek was zes weken, waarin de fysiotherapeutische behandelingen tweemaal per week plaats vonden en de osteopathische behandelingen een interval hadden van twee weken met een totaal van drie behandelingen. De osteopathische behandelingen werden uitgevoerd volgens de black-boxmethode. De primaire onderzoeksresultaten zijn vervolgens geanalyseerd uit een gemiddelde symptomenscore van de ABC-CoV tool.
Resultaten
De resultaten van de subvragen laten het beeld zien dat de interventie fysiotherapie in combinatie met osteopathie het meest significante behandeleffect heeft. Afgezien van één subvraag (‘kortademigheid en hoesten’) waarin de interventie fysiotherapie in combinatie met osteopathie significant meer behandeleffect had dan fysiotherapie, is er geen significant behandeleffect verschil waargenomen tussen de interventies onderling. Fysiotherapie en osteopathie als solo-interventie laten ook een significant behandeleffect zien bij de meeste subvragen. Het behandeleffect van deze interventies is minder groot dan fysiotherapie in combinatie met osteopathie.
Conclusie
Uit dit onderzoek zou de voorlopige conclusie kunnen worden getrokken dat een combinatie van osteopathie en fysiotherapie een groter behandeleffect heeft dan fysiotherapie of osteopathie op zichzelf staand. Vanwege de kleine sample size van het onderzoek en de lage significante verschillen tussen de groepen kan deze aanname niet bevestigd worden. Er zou meer onderzoek moeten worden gedaan om de aanname meer validiteit en betrouwbaarheid te geven. Hierbij kan worden gedacht aan een grotere sample size en andere in- en exclusiecriteria.
Date Created
2021
Type
Onderzoek volgens black-boxmethode
number of pages
65