Osteopathie en emotie
Object
Titel
Osteopathie en emotie
Author(s)
E. van Ballegooijen
Abstract
In deze casestudy staat een achtjarige patiënte met buikpijnklachten en problemen rondom de slaap centraal. Deze patiënte is over een tijdsbestek van ruim vijf maanden drie keer osteopathisch behandeld. Uit het osteopatisch onderzoek kwamen diverse dysfuncties naar voren. Daarbij was de meest dirigerende de dysfunctie van de dunne darm.
Naast het feit dat er al snel een verbetering in het slaappatroon optrad en ze vrijwel geen last meer had van buikpijn, was er volgens de ouders ook een sterke emotionele vooruitgang geboekt. Ze vonden hun dochter vrolijker, minder snel geïrriteerd en ze speelde aardiger met vriendjes.
In deze casestudy is het neurofysiologische mechanisme rondom emoties nader onderzocht. Daarbij is er een relatie gelegd tussen de dirigerende dysfunctie van de dunne darm, de dysfuncties ter hoogte van het cranio-sacraal systeem en een verandering in het emotioneel functioneren.
Aan de hand daarvan werd de probleemstelling geformuleerd.
Wat is een mogelijk psychobiologisch verklaringsmodel om de relatie weer te geven tussen de gevonden dysfuncties van de dunne darm en het cranio-sacraal systeem en een verandering in het emotioneel functioneren van een schoolgaand kind?
De subvragen hierbij waren:
- Wat is de invloed van neurotransmitters, hormonen en neuropeptide op emoties?
- Wat is de relatie tussen de dunne darm, het cranio-sacraal systeem en
neurotransmitters/ hormonen/ neuropeptiden?
Methode:
Er is een literatuur onderzoek gedaan naar de relatie tussen de dunne darm, het cranium en het psychisch functioneren en emoties. Hierbij ligt de nadruk op het systeem van de neurotransmitters, hormonen en neuropeptiden voor de communicatie tussen de verschillende hersengebieden die een rol spelen bij de regulatie van emoties.
Om de verandering in de emotionele gesteldheid van de patiënte inzichtelijk te krijgen, is ervoor gekozen om een deel uit de wetenschappelijk onderzochte Quality of Life Questionnaire van TNO te gebruiken. Het gaat hierbij om een vragenlijst voor kinderen tussen de 8 en 15 jaar, die dient te worden ingevuld door het kind zelf, en een vragenlijst voor de ouders / verzorgers.
Resultaten:
De resultaten van de eerste behandeling bestonden eruit dat de patiënte binnen een uur insliep in plaats van twee uur. Daarnaast had ze minder vaak buikpijn. Na de tweede behandeling sliep de patiënte binnen 20 minuten in en was er vrijwel geen sprake meer van buikpijn. Daarnaast bemerkten de ouders van de patiënte na de eerste behandeling al op dat hun dochter vrolijker en minder snel geïrriteerd was en dat ze aardiger speelde met vriendjes.
De resultaten van het literatuuronderzoek worden in hoofdstuk 3 tot en met negen weergegeven.
Conclusie:
Serotonine, dopamine, endorfine, adrenaline en noradrenaline dragen zorg voor de communicatie tussen verschillende gebieden van de hersenen waar de regulatie van emoties plaatsvindt. Een optimale werking van deze boodschapperstoffen, zorgt voor een evenwichtige situatie in de hersenen en daarmee voor een balans in emotionele controle en gedrag.
Een dysfunctie van de dunne darm en het cranium kunnen in dysbalans in bovenstaande systeem veroorzaken en kunnen op die wijze invloed uitoefenen op de controle van gedrag en emoties.
Naast het feit dat er al snel een verbetering in het slaappatroon optrad en ze vrijwel geen last meer had van buikpijn, was er volgens de ouders ook een sterke emotionele vooruitgang geboekt. Ze vonden hun dochter vrolijker, minder snel geïrriteerd en ze speelde aardiger met vriendjes.
In deze casestudy is het neurofysiologische mechanisme rondom emoties nader onderzocht. Daarbij is er een relatie gelegd tussen de dirigerende dysfunctie van de dunne darm, de dysfuncties ter hoogte van het cranio-sacraal systeem en een verandering in het emotioneel functioneren.
Aan de hand daarvan werd de probleemstelling geformuleerd.
Wat is een mogelijk psychobiologisch verklaringsmodel om de relatie weer te geven tussen de gevonden dysfuncties van de dunne darm en het cranio-sacraal systeem en een verandering in het emotioneel functioneren van een schoolgaand kind?
De subvragen hierbij waren:
- Wat is de invloed van neurotransmitters, hormonen en neuropeptide op emoties?
- Wat is de relatie tussen de dunne darm, het cranio-sacraal systeem en
neurotransmitters/ hormonen/ neuropeptiden?
Methode:
Er is een literatuur onderzoek gedaan naar de relatie tussen de dunne darm, het cranium en het psychisch functioneren en emoties. Hierbij ligt de nadruk op het systeem van de neurotransmitters, hormonen en neuropeptiden voor de communicatie tussen de verschillende hersengebieden die een rol spelen bij de regulatie van emoties.
Om de verandering in de emotionele gesteldheid van de patiënte inzichtelijk te krijgen, is ervoor gekozen om een deel uit de wetenschappelijk onderzochte Quality of Life Questionnaire van TNO te gebruiken. Het gaat hierbij om een vragenlijst voor kinderen tussen de 8 en 15 jaar, die dient te worden ingevuld door het kind zelf, en een vragenlijst voor de ouders / verzorgers.
Resultaten:
De resultaten van de eerste behandeling bestonden eruit dat de patiënte binnen een uur insliep in plaats van twee uur. Daarnaast had ze minder vaak buikpijn. Na de tweede behandeling sliep de patiënte binnen 20 minuten in en was er vrijwel geen sprake meer van buikpijn. Daarnaast bemerkten de ouders van de patiënte na de eerste behandeling al op dat hun dochter vrolijker en minder snel geïrriteerd was en dat ze aardiger speelde met vriendjes.
De resultaten van het literatuuronderzoek worden in hoofdstuk 3 tot en met negen weergegeven.
Conclusie:
Serotonine, dopamine, endorfine, adrenaline en noradrenaline dragen zorg voor de communicatie tussen verschillende gebieden van de hersenen waar de regulatie van emoties plaatsvindt. Een optimale werking van deze boodschapperstoffen, zorgt voor een evenwichtige situatie in de hersenen en daarmee voor een balans in emotionele controle en gedrag.
Een dysfunctie van de dunne darm en het cranium kunnen in dysbalans in bovenstaande systeem veroorzaken en kunnen op die wijze invloed uitoefenen op de controle van gedrag en emoties.
Date Created
Oktober 2013
Type
Casestudie
number of pages
57