De behandeling van een patiënt met buikkrampen voorafgaand aan de menstruatie

Object

Titel

De behandeling van een patiënt met buikkrampen voorafgaand aan de menstruatie

Author(s)

S. Stückmann

Abstract

Deze casestudy behandelt de casus van eenpatiënte van 31 jaar met weeënachtige buikkrampen. Deze treden de dag voor de menstruatie op en verdwijnen na de defaecatie. Daarnaast heeft zij last van anale jeukklachten, eczeem rond de ogen en te harde ontlasting.

De auteur heeft deze patiënt vijf keer osteopathisch behandeld. In de tweede behandeling is een dunne darmlus, die zich in of vlak boven de ruimte van Douglas bevond, gemobiliseerd samen met de vesicale hoek van de dunne darm ten opzichte van het mesosigmoïd. Na deze behandeling zijn de krampen gedurende vijf maanden niet meer opgetreden. In de overige behandelingen is gewerkt aan: de mobilisatie van het caecum, de ileocaecale valvule, de flexura duodeni jejunalis, de pancreas en het omentum minus.

De hoofdvraagstelling van de casestudie is hoe het succes van de tweede behandeling te verklaren is. Aan de hand van literatuuronderzoek worden de anatomische relaties van de behandelde structuren beschreven. Daaruit wordt geprobeerd een verklaring te vinden voor het ontstaan van de klachten en voor het succes van de behandeling.

Om de achtergrond van de klachten beter te begrijpen wordt de reguliere visie beschreven en de behandelingsmogelijkheden voor functionele gastro-intestinale aandoeningen (FGIA). Aan het prikkelbaar darmsyndroom (PDS)wordt bijzondere aandacht gegeven, omdat de klachten van deze patiënte opvallende gelijkenissen vertonen met de klachten van patiënten met PDS. De oorzaken van FGIA en het prikkelbaar darmsyndroom zijn nog steeds niet volledig begrepen. De reguliere behandeling is vooral symptomatisch gericht en werkt vaak onvoldoende. Bij het prikkelbare darmsyndroom is er zowel sprake van hypersensibiliteit en veranderde peristaltiek van de darmen als van een abnormale inhibitie van viscerale pijn op centraal niveau.

De osteopathische behandeling richten zich op de behandeling van de mesodermale structuren die voor de handhaving van de homeostase op lokaal niveau verantwoordelijk zijn. Uit het literatuuronderzoek naar de anatomische relaties van de behandelde structuren blijkt dat er zowel mechanische als ook neurovasculaire verbindingen bestaan tussen het sigmoid, het mesosigmoïd en het urogenitale systeem. Mobiliteitsvermindering in het ene systeem kan het andere systeem daardoor direct beïnvloeden.

De auteur komt daarmee tot de volgende, mogelijke verklaring van de klachten van deze patiënte. Door het mobiliteitsverlies van de dunne darmlus of vlak boven de ruimte van Douglas en van de vesicale hoek ten opzichte van het mesosigmoid worden delen van de darm voortdurend geprikkeld. Bovendien is de haemodynamiek suboptimaal. Het lijkt waarschijnlijk dat er bij de patiënte onder hormonale invloed voor de menstruatie een fluïdieke stase in het kleine bekken ontstaat. Daardoor ontstaan op de reeds geprikkelde darm zowel mechanische als ook chemische prikkels, die tot de darmkrampen leiden.

Het succes van de behandeling kan verklaard worden door het feit dat de verbeterde mobiliteit de mechanische prikkels verminderd heeft. Bovendien is de haemodynamiek verbeterd waardoor een normale peristaltiek kan plaats vinden, ook kort voor de menstruatie.

Date Created

April 2004

Type

Casestudie

number of pages

46

Keywords

FGIA, PDS, TGI, sigmoid, mesosigmoid, uterus, ruimte van Douglas menstruatie, kleine bekken, peristaltiek