Is een osteopathische disfunctie electrodermaal te onderscheiden?
Object
Titel
Is een osteopathische disfunctie electrodermaal te onderscheiden?
Author(s)
L. van Donselaar
Abstract
"Onderwerp
In deze thesis wordt getoetst de uitspraak in de thesis van F de Bakker en G. van den Dries, De toepasbaarheid van huidmetingen in de osteopathie praktijk” dat het mogelijk is om onafhankelijk van derden, op wetenschappelijke wijze een osteopathische techniek of totale behandeling. Met behulp van een digitale multimeter. te toetsen door middel van verandering van de huidweerstand, welke een direct gevolg is van de verandering van de sympaticotonus. Voorts wordt in deze thesis antwoord gezocht op de vraag of een directe manipulatie van een osteopathische disfunctie een relevant ander electrodermaal beeld e zien geeft dan van een directe manipulatie van een niet in disfunctie verkerend weefsel.
Methode
In een osteopaten praktijk in Brasschaat werden 54 proefpersonen gescreend ( 29 vrouwen en 26 mannen, met een gemiddelde leeftijd van 47,2jr, de jongste proefpersoon was 21 jr en de oudste 7ljr) op een osteopathische disfunctie van het caecum(coecum) in interne rotatie. De proefpersonen die vervolgens aan de selectie criteria voldeden werden afwisselend door de onderzoeker in groep 1 dan wel in groep 2 ingedeeld Proefpersonen die niet aan de selectie
criteria voldeden werden ingedeeld in de controle groep(groep 3).
Voor deze thesis is gezocht naar een viscerale osteopathische disfunctie die in de praktijk veelvuldig voorkomt. Gekozen is voor een directe manipulatie op het caecum.. Onze ervaring is dat een caecum frequent in disfunctie wordt aangetroffen en dat een disfunctie in interne rotatie de overhand lijkt te hebben. Voorts is gezocht naar een pariëtale techniek die zoveel mogelijk onder de zelfde condities uitgevoerd kon worden. Gekozen is voor een techniek waarbij de patella naar distaal wordt geschoven.
In groep 1 werd een directe manipulatie uitgevoerd op het caecum en in groep 2 werd op een niet
in disfunctie verkerende rechter knie een manipulatie van de patella naar distaal uitgevoerd. Bij
de proefpersonen in groep 3 werd tijdens de meting niets gedaan.
Conclusies
Het onderzoek uitgevoerd in deze thesis ondersteunt niet de stelling dat iedere osteopathische techniek op wetenschappelijk basis te toetsen is door meting van de huidweerstand m.b.v. een digitale multimeter.
De tweede en leidende probleemstelling in deze thesis of een osteopathische disfunctie zich electrodermaal onderscheidt kan eveneens niet positief beantwoord worden. De gegevens verkregen uit dit onderzoek, verwerkt in een enkelvoudige variatie analyse, in het Angelsaksisch afgekort tot ANOVA toets, ondersteunen niet de veronderstelling dat een osteopathische disfunctie zich electrodermaal onderscheidend gedraagt.
"
In deze thesis wordt getoetst de uitspraak in de thesis van F de Bakker en G. van den Dries, De toepasbaarheid van huidmetingen in de osteopathie praktijk” dat het mogelijk is om onafhankelijk van derden, op wetenschappelijke wijze een osteopathische techniek of totale behandeling. Met behulp van een digitale multimeter. te toetsen door middel van verandering van de huidweerstand, welke een direct gevolg is van de verandering van de sympaticotonus. Voorts wordt in deze thesis antwoord gezocht op de vraag of een directe manipulatie van een osteopathische disfunctie een relevant ander electrodermaal beeld e zien geeft dan van een directe manipulatie van een niet in disfunctie verkerend weefsel.
Methode
In een osteopaten praktijk in Brasschaat werden 54 proefpersonen gescreend ( 29 vrouwen en 26 mannen, met een gemiddelde leeftijd van 47,2jr, de jongste proefpersoon was 21 jr en de oudste 7ljr) op een osteopathische disfunctie van het caecum(coecum) in interne rotatie. De proefpersonen die vervolgens aan de selectie criteria voldeden werden afwisselend door de onderzoeker in groep 1 dan wel in groep 2 ingedeeld Proefpersonen die niet aan de selectie
criteria voldeden werden ingedeeld in de controle groep(groep 3).
Voor deze thesis is gezocht naar een viscerale osteopathische disfunctie die in de praktijk veelvuldig voorkomt. Gekozen is voor een directe manipulatie op het caecum.. Onze ervaring is dat een caecum frequent in disfunctie wordt aangetroffen en dat een disfunctie in interne rotatie de overhand lijkt te hebben. Voorts is gezocht naar een pariëtale techniek die zoveel mogelijk onder de zelfde condities uitgevoerd kon worden. Gekozen is voor een techniek waarbij de patella naar distaal wordt geschoven.
In groep 1 werd een directe manipulatie uitgevoerd op het caecum en in groep 2 werd op een niet
in disfunctie verkerende rechter knie een manipulatie van de patella naar distaal uitgevoerd. Bij
de proefpersonen in groep 3 werd tijdens de meting niets gedaan.
Conclusies
Het onderzoek uitgevoerd in deze thesis ondersteunt niet de stelling dat iedere osteopathische techniek op wetenschappelijk basis te toetsen is door meting van de huidweerstand m.b.v. een digitale multimeter.
De tweede en leidende probleemstelling in deze thesis of een osteopathische disfunctie zich electrodermaal onderscheidt kan eveneens niet positief beantwoord worden. De gegevens verkregen uit dit onderzoek, verwerkt in een enkelvoudige variatie analyse, in het Angelsaksisch afgekort tot ANOVA toets, ondersteunen niet de veronderstelling dat een osteopathische disfunctie zich electrodermaal onderscheidend gedraagt.
"
Date Created
Maart 2003
Type
Onderzoek
number of pages
95
Keywords
onderzoek, electrodermaal, huidweerstand, digitale multimeter, wetenschappelijk, validiteit, betrouwbaarheid