Osteopathische behandeling kan stressincontinentie doen verdwijnen
Object
Titel
Osteopathische behandeling kan stressincontinentie doen verdwijnen
Author(s)
M. Fontijne
Abstract
"In deze casestudie wordt de casus besproken van een patiënt met stressincontinentie klachten. Daarnaast heeft zij last van een opgeblazen buik en is er een uterusprolaps geconstateerd door de huisarts.
Door een beschrijving te geven van de onderlinge anatomische relaties van het pelvis minor enerzijds en sigmoid, caecum, dunne darm en nieren anderzijds kan een mogelijke verklaring worden gegeven over het werkingsmechanisme van deze casus. Druk of drukverandering beïnvloedt de omliggende structuren en kunnen via ligamenten en fascia van het ene systeem overgedragen worden naar het andere systeem.
Om de achtergrond van de klacht beter te begrijpen is inzicht in stressincontinentie noodzakelijk. Stressincontinentie berust op het tekortschieten van het sfinctermechanisme dat de blaas afsluit tijdens intra-abdominale drukverhoging. Het optreden van onwillekeurig verlies van urine gebeurt indien de intravesicale druk door verhoging van de abdominale druk de maximale ureter druk overstijgt bij afwezigheid van de detrusoractiviteit.
In deze casus is door de huisarts een uterusprolaps geconstateerd (gradatie onbekend). Door de veranderde ligging van de uterus is er mogelijk een verandering in mechanica opgetreden die een rol zou kunnen spelen bij de stressincontinentie. De reguliere behandeling van stressincontinentie omvat fysiotherapie door middel van bekkenbodem training, medicatie vooral bedoeld voor vrouwen in de overgang en een operatie (kolposuspensie). De reguliere behandeling is vooral symptomatisch gericht en werkt vaak onvoldoende.
Deze patiënt is acht keer osteopatisch behandeld. De behandeling heeft zich voornamelijk gericht op het verbeteren van de mobiliteit van de dunne darm, het caecum en het sigmoid. Wat opvalt is de verbeterde mobiliteit van de nieren zonder deze direct te hebben behandeld. De gedachte achter deze behandelingen is dat door het verbeteren van de mobiliteit van de gefixeerde organen (dunne darm, sigmoid, caecum en nieren) dit een verbetering geeft van de mobiliteit van de omliggende structuren waarmee het een anatomische verbinding heeft. De fixaties van de betreffende organen kunnen adhesies en dientengevolge peritoneale irritatiereacties geven. Als reactie daarop kan tensie ontstaan in de betreffende organen. Druk en drukverandering kunnen via ligamenten en fascia van het ene systeem worden overgebracht op het andere systeem. Dit zou een verklaring van het werkingsmechanisme van deze casus kunnen zijn. "
Door een beschrijving te geven van de onderlinge anatomische relaties van het pelvis minor enerzijds en sigmoid, caecum, dunne darm en nieren anderzijds kan een mogelijke verklaring worden gegeven over het werkingsmechanisme van deze casus. Druk of drukverandering beïnvloedt de omliggende structuren en kunnen via ligamenten en fascia van het ene systeem overgedragen worden naar het andere systeem.
Om de achtergrond van de klacht beter te begrijpen is inzicht in stressincontinentie noodzakelijk. Stressincontinentie berust op het tekortschieten van het sfinctermechanisme dat de blaas afsluit tijdens intra-abdominale drukverhoging. Het optreden van onwillekeurig verlies van urine gebeurt indien de intravesicale druk door verhoging van de abdominale druk de maximale ureter druk overstijgt bij afwezigheid van de detrusoractiviteit.
In deze casus is door de huisarts een uterusprolaps geconstateerd (gradatie onbekend). Door de veranderde ligging van de uterus is er mogelijk een verandering in mechanica opgetreden die een rol zou kunnen spelen bij de stressincontinentie. De reguliere behandeling van stressincontinentie omvat fysiotherapie door middel van bekkenbodem training, medicatie vooral bedoeld voor vrouwen in de overgang en een operatie (kolposuspensie). De reguliere behandeling is vooral symptomatisch gericht en werkt vaak onvoldoende.
Deze patiënt is acht keer osteopatisch behandeld. De behandeling heeft zich voornamelijk gericht op het verbeteren van de mobiliteit van de dunne darm, het caecum en het sigmoid. Wat opvalt is de verbeterde mobiliteit van de nieren zonder deze direct te hebben behandeld. De gedachte achter deze behandelingen is dat door het verbeteren van de mobiliteit van de gefixeerde organen (dunne darm, sigmoid, caecum en nieren) dit een verbetering geeft van de mobiliteit van de omliggende structuren waarmee het een anatomische verbinding heeft. De fixaties van de betreffende organen kunnen adhesies en dientengevolge peritoneale irritatiereacties geven. Als reactie daarop kan tensie ontstaan in de betreffende organen. Druk en drukverandering kunnen via ligamenten en fascia van het ene systeem worden overgebracht op het andere systeem. Dit zou een verklaring van het werkingsmechanisme van deze casus kunnen zijn. "
Date Created
November 2004
Type
Casestudie
number of pages
33
Keywords
Stressincontinentie, mictie, pelvis minor, uterusprolaps, vesicaurinaria, dunne darm, PPI, caecum, sigmoid, nieren