Osteopathie bij lage rugklachten, knie- en oogklachten
Object
Titel
Osteopathie bij lage rugklachten, knie- en oogklachten
Author(s)
B. Gerlag
Abstract
"In deze casestudie wordt ingegaan op de osteopatische behandeling van een patiënt met rug-, knie- en oogklachten.
Er bestaan wetenschappelijke teksten waaruit blijkt dat osteopathiezinvol is bij rugklachten.
Het feit dat deze patiënt naast rugklachten ook klachten had t.h.v. linker knie en oog, roept de vraag op ofdeze symptomen of de ontstaanswijze een verband kunnen hebben.
In hoofdstuk 1 is gestart met een beschrijving van de casus en de reguliere visie.
Hoofdstuk 2 behandelt per consult de achterliggende theoretische deelgebieden vanuit embryologisch,anatomisch, fysiologisch, fasciaal, neurologisch, vasculair, tensie en haemodynamisch oogpunt. Deze zakenworden her en der aangevuld via wetenschappelijke studies in de bijlagen. Tevens worden in hoofdstuk 2 de mogelijke relaties aangeduid tussen dysfuncties onderling en tussen sturende dysfuncties en symptomen.
In hoofdstuk 3 volgt wederom per consult een interpretatie aan het einde gevolgd door een kritische blik ophet eigen handelen en de osteopathie.
Er is getracht op de volgende vragen een antwoord te krijgen.
Op welke manier zou de osteopatische behandeling kunnen hebben bijgedragen aan het herstel?
Deze vraag is via meerdere wegen te verklaren, op ieder genoemd kennisgebied zijn er relaties gevonden, hetblijft danook onmogelijk om met zekerheid te zeggen via welke weg klachtenvermindering heeft opgetreden.
Wat volgens de auteur zeer belangrijke voorwaarden zijn voor een optimaal functioneren is de veno- lymfatischedrainage. Telkens komt naar voren dat bij een gebrek aan mobiliteit van bindweefsel, er een verminderdedoorgang kan ontstaan voor de fragiele drainerende systemen, dat een negatieve invloed heeft op het milieuvan het betreffende verzorgingsgebied. Een mooi voorbeeld hiervan is het veneuze ‘koker’- systeem dat dewervelkolom draineert en de vasculaire verbindingen hiervan met zowel het portale alsook het cavale systeemvia resp. het portocavaal shuntsysteem en de arc. reno- azygolombaire.
Is er een mogelijke relatie tussen symptomen en dysfuncties?
Op meerdere deelgebieden zijn hiervoor relaties gevonden die mogelijke relaties doen vermoeden, ook hierkan men niets uitsluiten of met zekerheid vaststellen.
Het belang van het craniosacrale systeem is m.i. groot, de primaire respiratie t.b.v. het zelfgenezend vermogenen de dura mater als een belangrijke relatie tussen de klachten van het oog en de lumbale wervelkolom.
Een mooie overeenkomst tussen de sclera en de opperculae van Forestier is dat zij beide ontstaan uit depariëtale dura.
Is er een mogelijke relatie tussen de verschillende klachten?
Wanneer er ieder deelgebied gezocht wordt naar mogelijke relaties is er ook tussen de verschillende klachtenaltijd wel een mogelijke relatie te vinden.Van belang in deze casus is het ontstaanstrauma, wellicht is dit een van de grootste relaties tussende verschillende klachten. Tijdens de inhibitietesten bleken dysfuncties t.h.v. rug en knie verbonden. Naar hetcranium/ oogklacht was er geen invloed in de inhibitietesten.
Tijdens het laatste consult was er middels een Still- point een verbinding tussen alle klachtgebieden, eenbijzonder moment dat momenteel alleen te onderbouwen is middels de inzichten van de grondleggers vande osteopathie."
Er bestaan wetenschappelijke teksten waaruit blijkt dat osteopathiezinvol is bij rugklachten.
Het feit dat deze patiënt naast rugklachten ook klachten had t.h.v. linker knie en oog, roept de vraag op ofdeze symptomen of de ontstaanswijze een verband kunnen hebben.
In hoofdstuk 1 is gestart met een beschrijving van de casus en de reguliere visie.
Hoofdstuk 2 behandelt per consult de achterliggende theoretische deelgebieden vanuit embryologisch,anatomisch, fysiologisch, fasciaal, neurologisch, vasculair, tensie en haemodynamisch oogpunt. Deze zakenworden her en der aangevuld via wetenschappelijke studies in de bijlagen. Tevens worden in hoofdstuk 2 de mogelijke relaties aangeduid tussen dysfuncties onderling en tussen sturende dysfuncties en symptomen.
In hoofdstuk 3 volgt wederom per consult een interpretatie aan het einde gevolgd door een kritische blik ophet eigen handelen en de osteopathie.
Er is getracht op de volgende vragen een antwoord te krijgen.
Op welke manier zou de osteopatische behandeling kunnen hebben bijgedragen aan het herstel?
Deze vraag is via meerdere wegen te verklaren, op ieder genoemd kennisgebied zijn er relaties gevonden, hetblijft danook onmogelijk om met zekerheid te zeggen via welke weg klachtenvermindering heeft opgetreden.
Wat volgens de auteur zeer belangrijke voorwaarden zijn voor een optimaal functioneren is de veno- lymfatischedrainage. Telkens komt naar voren dat bij een gebrek aan mobiliteit van bindweefsel, er een verminderdedoorgang kan ontstaan voor de fragiele drainerende systemen, dat een negatieve invloed heeft op het milieuvan het betreffende verzorgingsgebied. Een mooi voorbeeld hiervan is het veneuze ‘koker’- systeem dat dewervelkolom draineert en de vasculaire verbindingen hiervan met zowel het portale alsook het cavale systeemvia resp. het portocavaal shuntsysteem en de arc. reno- azygolombaire.
Is er een mogelijke relatie tussen symptomen en dysfuncties?
Op meerdere deelgebieden zijn hiervoor relaties gevonden die mogelijke relaties doen vermoeden, ook hierkan men niets uitsluiten of met zekerheid vaststellen.
Het belang van het craniosacrale systeem is m.i. groot, de primaire respiratie t.b.v. het zelfgenezend vermogenen de dura mater als een belangrijke relatie tussen de klachten van het oog en de lumbale wervelkolom.
Een mooie overeenkomst tussen de sclera en de opperculae van Forestier is dat zij beide ontstaan uit depariëtale dura.
Is er een mogelijke relatie tussen de verschillende klachten?
Wanneer er ieder deelgebied gezocht wordt naar mogelijke relaties is er ook tussen de verschillende klachtenaltijd wel een mogelijke relatie te vinden.Van belang in deze casus is het ontstaanstrauma, wellicht is dit een van de grootste relaties tussende verschillende klachten. Tijdens de inhibitietesten bleken dysfuncties t.h.v. rug en knie verbonden. Naar hetcranium/ oogklacht was er geen invloed in de inhibitietesten.
Tijdens het laatste consult was er middels een Still- point een verbinding tussen alle klachtgebieden, eenbijzonder moment dat momenteel alleen te onderbouwen is middels de inzichten van de grondleggers vande osteopathie."
Date Created
Mei 2010
Type
Casestudie
number of pages
45
Keywords
Orbita, haemodynamiek, LBP, veno-/ lymfatische drainage, nier, urether, voorste schuifladetest, fasciaal patroon, urogenitaal