Het May-Thurner Syndroom: Oorzaak voor grotere incidentie van zwelling in het linkerbeen
Object
Titel
Het May-Thurner Syndroom: Oorzaak voor grotere incidentie van zwelling in het linkerbeen
Author(s)
F. van Poppel
Abstract
Het eerste deel van de casestudy bestaat uit een literatuurstudie.
In de praktijk komt een zwelling in het linkerbeen vaker voor dan in het rechterbeen. Dit wordt bevestigd in wetenschappelijke literatuur. Het May-Thurner Syndroom wordt als voornaamste oorzaak van dit fenomeen genoemd. Het May-Thurner Syndroom beschrijft de gestoorde veneuze doorstroming door het drukken van de arteria iliaca communis dexter (rechter bekkenslagader) tegen de vena iliaca communis sinister (linker bekkenvene).
Het syndroom komt als normale anatomische variant voor bij patiënten zonder klachten. Ongebruikelijke oorzaken als niertransplantatie en blaasvergroting worden ook als verklaring van het fenomeen gezien. Deze vaststellingen maken het interessant om naar de embryologische ontwikkeling van en naar de anatomische situatie rondom kruispunt van de arterie en vene te kijken. De anatomische relatie met de primaire en secundaire radix sigmoideus (ophangsysteem van het sigmoid-darm), met de linker urether (urinebuis) en de corpus (wervellichaam) van de vijfde lumbale wervel geeft aanleiding tot het formuleren van osteopathische hypothesen. De eerste structuur, als onderdeel van de bladen van Glénard (ondersteuningssysteem van de lever), speelt een belangrijke rol om een zo groot mogelijke mobiliteit van de organen in hun omgeving te garanderen. Door drukafname of druktoename in de bladen (hypotensie of hypertensie) kunnen respectievelijk mechanische of haemodynamische drukfenomenen ontstaan welke het May-Thurner Syndroom provoceren.
Het tweede deel bestaat uit bespreking van de eigenlijke casus (patiëntenbeschrijving) in het licht van de literatuurstudie.
De beschreven casus van patiënte V., met een meer uitgesproken zwelling van het linkerbeen, ondersteunt de bovenstaande hypothesen.
Desondanks moet de onderzoeksvraag “Er is een verklaarde relatie tussen de compressie van de linker vena iliaca communis door de rechter arteria iliaca communis en het links meer gezwollen been bij mw. V” verworpen worden. Reden hiervoor is dat objectieve informatie over verbeterde veneuze doorstroming na osteopathische behandeling ontbreekt.
De thesis geeft de aanleiding voor het doen van verder onderzoek en kan zo indirect zijn bijdrage leveren voor verdere verwetenschappelijking van de osteopathie.
In de praktijk komt een zwelling in het linkerbeen vaker voor dan in het rechterbeen. Dit wordt bevestigd in wetenschappelijke literatuur. Het May-Thurner Syndroom wordt als voornaamste oorzaak van dit fenomeen genoemd. Het May-Thurner Syndroom beschrijft de gestoorde veneuze doorstroming door het drukken van de arteria iliaca communis dexter (rechter bekkenslagader) tegen de vena iliaca communis sinister (linker bekkenvene).
Het syndroom komt als normale anatomische variant voor bij patiënten zonder klachten. Ongebruikelijke oorzaken als niertransplantatie en blaasvergroting worden ook als verklaring van het fenomeen gezien. Deze vaststellingen maken het interessant om naar de embryologische ontwikkeling van en naar de anatomische situatie rondom kruispunt van de arterie en vene te kijken. De anatomische relatie met de primaire en secundaire radix sigmoideus (ophangsysteem van het sigmoid-darm), met de linker urether (urinebuis) en de corpus (wervellichaam) van de vijfde lumbale wervel geeft aanleiding tot het formuleren van osteopathische hypothesen. De eerste structuur, als onderdeel van de bladen van Glénard (ondersteuningssysteem van de lever), speelt een belangrijke rol om een zo groot mogelijke mobiliteit van de organen in hun omgeving te garanderen. Door drukafname of druktoename in de bladen (hypotensie of hypertensie) kunnen respectievelijk mechanische of haemodynamische drukfenomenen ontstaan welke het May-Thurner Syndroom provoceren.
Het tweede deel bestaat uit bespreking van de eigenlijke casus (patiëntenbeschrijving) in het licht van de literatuurstudie.
De beschreven casus van patiënte V., met een meer uitgesproken zwelling van het linkerbeen, ondersteunt de bovenstaande hypothesen.
Desondanks moet de onderzoeksvraag “Er is een verklaarde relatie tussen de compressie van de linker vena iliaca communis door de rechter arteria iliaca communis en het links meer gezwollen been bij mw. V” verworpen worden. Reden hiervoor is dat objectieve informatie over verbeterde veneuze doorstroming na osteopathische behandeling ontbreekt.
De thesis geeft de aanleiding voor het doen van verder onderzoek en kan zo indirect zijn bijdrage leveren voor verdere verwetenschappelijking van de osteopathie.
Date Created
Juli 2005
Type
Casestudie
number of pages
47