Osteopathie en dysmenorroe: een pilotstudie
Object
Titel
Osteopathie en dysmenorroe: een pilotstudie
Author(s)
K. Jager
Abstract
"Deze thesis doet verslag van een aanzet tot wetenschappelijk onderzoek naar het effect van osteopathie op dysmenorroe. Het onderzoek betreft een pilotstudy in het kader van de opleiding tot osteopaat D.O. Het doel van de pilotstudy is onder andere het geven van inzicht in de aspecten die de resultaten van een onderzoek naar dysmenorroe beïnvloeden. De probleemstelling luidde: wat zijn de mogelijkheden en beperkingen van onderzoek naar dysmenorroe-klachten onder vrouwen en welke ontwikkeling van de klachten kunnen we constateren na het geven van een reeks osteopathische behandelingen?
Voor het antwoorden van de probleemstelling kozen we de blackbox-methode. Als design kozen we voor het enkelvoudige tijdreeksdesign met drie voormetingen en drie nametingen onder een onderzoeksgroep. Afhankelijk van het klachtenbeeld van een proefpersoon werden in de interventieperiode minimaal een behandeling en maximaal zes behandelingen gegeven. De intensiteit van de klachten die met dysmenorroe samenhangen, is gemeten aan de hand van de MDQ (Menstrual Distress Questionnaire). Van de 47 items die de MDQ bevat, zijn de volgende items als relevant aangemerkt voor dysmenorroe: spierstijfheid, hoofdpijn, rugpijn, gewichtstoename, krampen, pijnlijke of gevoelige borsten, opzwellingen, duizeligheid en flauwte, misselijkheid en overgeven, droevig of rot gevoel, prikkelbaarheid en slapeloosheid. Daarnaast zijn twee relevante schalen aangemerkt, namelijk de pijnschaal en de waterretentieschaal. Met name in de menstruele periode liggen de beginwaarden voor items die als relevant voor dysmenorroe zijn aangemerkt aanzienlijk hoger dan voor de niet als relevant aangemerkte items. De MDQ is een goed hanteerbaar instrument gebleken, dat zonder problemen kon worden toegepast. Voor een algemene meting van de hoeveelheid pijn die de proefpersonen ervaren, is gebruik gemaakt van de VAS (Visual Analogue Scale). De nulhypothese luidde: de score op de voor dysmenorroe relevante items van MDQ en de score op de VAS is na osteopathische interventie gelijk aan de respectieve scores voorafgaand aan osteopathische interventies.
Via de zogenaamde sneeuwbalmethode zijn de proefpersonen gerekruteerd, wat resulteerde in een onderzoeksgroep van elf personen. Verschillen in intensiteit van klachten konden door de kleine onderzoeksgroep niet snel significant zijn. Het is des te interessanter dat in onze studie desondanks relatief veel significante verschillen zijn opgetreden.
Zowel de scores op de pijnschaal als op de VAS zijn na de behandelingen significant verlaagd ten opzichte van de voormetingen. Het grootste verschil deed zich voor direct na de behandeling, tussen de laatste voormeting en de eerste nameting. De scores op de waterretentieschaal bleken niet significant verminderd na de behandeling. De nulhypothese is dus met betrekking tot de scores op de VAS en de pijnschaal verworpen en blijft met betrekking tot de waterretentieschaal gehandhaafd.
Hoewel de enkelvoudige tijdreeks in verband met beperkingen in tijd en geld een relatief goed design is om verschillen voor en na een reeks stimuli vast te stellen, is het beter een gecontroleerd design te gebruiken. Zowel uit de bespiegelingen over interne validiteit, als uit het verloop van de groepsgemiddelden blijkt dat een design met een controlegroep een goede investering is. Een gerandomiseerde, meervoudige tijdreeks met controlegroep, met een nameting op langer termijn, onder grote onderzoeksgroepen is uiteindelijk het meest degelijke design om conclusies te kunnen trekken over het effect van osteopathie op dysmenorroeklachten. "
Voor het antwoorden van de probleemstelling kozen we de blackbox-methode. Als design kozen we voor het enkelvoudige tijdreeksdesign met drie voormetingen en drie nametingen onder een onderzoeksgroep. Afhankelijk van het klachtenbeeld van een proefpersoon werden in de interventieperiode minimaal een behandeling en maximaal zes behandelingen gegeven. De intensiteit van de klachten die met dysmenorroe samenhangen, is gemeten aan de hand van de MDQ (Menstrual Distress Questionnaire). Van de 47 items die de MDQ bevat, zijn de volgende items als relevant aangemerkt voor dysmenorroe: spierstijfheid, hoofdpijn, rugpijn, gewichtstoename, krampen, pijnlijke of gevoelige borsten, opzwellingen, duizeligheid en flauwte, misselijkheid en overgeven, droevig of rot gevoel, prikkelbaarheid en slapeloosheid. Daarnaast zijn twee relevante schalen aangemerkt, namelijk de pijnschaal en de waterretentieschaal. Met name in de menstruele periode liggen de beginwaarden voor items die als relevant voor dysmenorroe zijn aangemerkt aanzienlijk hoger dan voor de niet als relevant aangemerkte items. De MDQ is een goed hanteerbaar instrument gebleken, dat zonder problemen kon worden toegepast. Voor een algemene meting van de hoeveelheid pijn die de proefpersonen ervaren, is gebruik gemaakt van de VAS (Visual Analogue Scale). De nulhypothese luidde: de score op de voor dysmenorroe relevante items van MDQ en de score op de VAS is na osteopathische interventie gelijk aan de respectieve scores voorafgaand aan osteopathische interventies.
Via de zogenaamde sneeuwbalmethode zijn de proefpersonen gerekruteerd, wat resulteerde in een onderzoeksgroep van elf personen. Verschillen in intensiteit van klachten konden door de kleine onderzoeksgroep niet snel significant zijn. Het is des te interessanter dat in onze studie desondanks relatief veel significante verschillen zijn opgetreden.
Zowel de scores op de pijnschaal als op de VAS zijn na de behandelingen significant verlaagd ten opzichte van de voormetingen. Het grootste verschil deed zich voor direct na de behandeling, tussen de laatste voormeting en de eerste nameting. De scores op de waterretentieschaal bleken niet significant verminderd na de behandeling. De nulhypothese is dus met betrekking tot de scores op de VAS en de pijnschaal verworpen en blijft met betrekking tot de waterretentieschaal gehandhaafd.
Hoewel de enkelvoudige tijdreeks in verband met beperkingen in tijd en geld een relatief goed design is om verschillen voor en na een reeks stimuli vast te stellen, is het beter een gecontroleerd design te gebruiken. Zowel uit de bespiegelingen over interne validiteit, als uit het verloop van de groepsgemiddelden blijkt dat een design met een controlegroep een goede investering is. Een gerandomiseerde, meervoudige tijdreeks met controlegroep, met een nameting op langer termijn, onder grote onderzoeksgroepen is uiteindelijk het meest degelijke design om conclusies te kunnen trekken over het effect van osteopathie op dysmenorroeklachten. "
Date Created
Januari 2004
Type
Pilotstudy
number of pages
98
Keywords
Dysmenorroe, menstruatiepijn, behandeling van dysmenorroe, prostaglandinespiegel, veneuze stase, waterretentie, Menstrual Distress Questionnaire (MDQ), Visual Analog Scale (VAS), blackbox methode