De invloed van osteopathische behandelingen bij een voormalig zwemster na een kop-staart botsing op de lumbale wervelkolom en viscera
Object
Titel
De invloed van osteopathische behandelingen bij een voormalig zwemster na een kop-staart botsing op de lumbale wervelkolom en viscera
Author(s)
S. Teunissen
Abstract
In deze case studie is onderzocht wat de invloed is van osteopathische behandelingen op de lumbale wervelkolom/viscera bij een voormalig zwemster na een kopstaart-botsing. Dit onderzoek werd gedaan aan de hand van literatuurstudies en osteopathische verklaringsmodellen.
Verschillende studies definiëren het verloop van Whiplash Associated Disorder (WAD), waarbij hyperextensie van de gehele wervelkolom zijn omschreven. Er wordt een caudaal verloop voorgesteld door middel van Lig. Denticulatum en de aanhechtingen van de dura mater op foramen magnum, C1-C2 en het coccyx.
De M. Latissimus Dorsi wordt gezien als een van de meest actieve spieren bij zwemmers bij zowel pijnlijke, als niet-pijnlijke schouders. Meerdere studies tonen aan dat veelvoorkomende blessures, zoals de zwemmersschouder en lage rugklachten, onder andere worden veroorzaakt door verkeerde techniek en herhaaldelijke overbelasting.
Pijn, krampen en overmatig vloeien zijn bekende bijwerkingen van de koperspiraal. Uit onderzoeken blijkt dat de meeste bijwerkingen verminderen na een jaar, maar intermenstruele problemen blijven vaak hetzelfde of nemen zelfs toe.
Spondylolisthesis komt vaker voor bij jonge kinderen naar aanleiding van activiteitsgerelateerde, herhaaldelijk trauma van de lumbale wervelkolom. Dit wordt gerelateerd aan de techniek vereist in de zwemsport. Onderzoek toont aan dat er veel succes is behaald door het versterken van de musculaire omgeving en het stabiliseren van deze regio.
De osteopathische behandelingen waren voornamelijk gericht op de viscera van het abdomen en pelvis minor, de dura mater en dalende- en opstijgende oorzaak gevolg ketens. De fasciale verbindingen vanuit de viscera met de wervelkolom, maar ook de myofasciale ketens, zijn dominant gebleken in zowel de literatuurstudies als de uitgevoerde behandelingen.
Na drie consulten heeft de patiënt een sterke vermindering in hevigheid van de hoofd- klacht bemerkt. Daarbij is de pijn die de patiënt ervaarde naar aanleiding van de koperspiraal vooralsnog uitgebleven.
Doordat de osteopathische verbindingen en verklaringsmodellen gebaseerd zijn op één patiënt is deze case studie fundamenteel gebrekkig. Er zou grootschaliger onderzoek moeten worden gedaan om de bevindingen wetenschappelijk te kunnen onderbouwen. De literatuurstudie is beperkt in de zin dat beschreven patronen, symptomen en medische voorgeschiedenis niet volledig overeenkomen met die van de patiënt.
Verschillende studies definiëren het verloop van Whiplash Associated Disorder (WAD), waarbij hyperextensie van de gehele wervelkolom zijn omschreven. Er wordt een caudaal verloop voorgesteld door middel van Lig. Denticulatum en de aanhechtingen van de dura mater op foramen magnum, C1-C2 en het coccyx.
De M. Latissimus Dorsi wordt gezien als een van de meest actieve spieren bij zwemmers bij zowel pijnlijke, als niet-pijnlijke schouders. Meerdere studies tonen aan dat veelvoorkomende blessures, zoals de zwemmersschouder en lage rugklachten, onder andere worden veroorzaakt door verkeerde techniek en herhaaldelijke overbelasting.
Pijn, krampen en overmatig vloeien zijn bekende bijwerkingen van de koperspiraal. Uit onderzoeken blijkt dat de meeste bijwerkingen verminderen na een jaar, maar intermenstruele problemen blijven vaak hetzelfde of nemen zelfs toe.
Spondylolisthesis komt vaker voor bij jonge kinderen naar aanleiding van activiteitsgerelateerde, herhaaldelijk trauma van de lumbale wervelkolom. Dit wordt gerelateerd aan de techniek vereist in de zwemsport. Onderzoek toont aan dat er veel succes is behaald door het versterken van de musculaire omgeving en het stabiliseren van deze regio.
De osteopathische behandelingen waren voornamelijk gericht op de viscera van het abdomen en pelvis minor, de dura mater en dalende- en opstijgende oorzaak gevolg ketens. De fasciale verbindingen vanuit de viscera met de wervelkolom, maar ook de myofasciale ketens, zijn dominant gebleken in zowel de literatuurstudies als de uitgevoerde behandelingen.
Na drie consulten heeft de patiënt een sterke vermindering in hevigheid van de hoofd- klacht bemerkt. Daarbij is de pijn die de patiënt ervaarde naar aanleiding van de koperspiraal vooralsnog uitgebleven.
Doordat de osteopathische verbindingen en verklaringsmodellen gebaseerd zijn op één patiënt is deze case studie fundamenteel gebrekkig. Er zou grootschaliger onderzoek moeten worden gedaan om de bevindingen wetenschappelijk te kunnen onderbouwen. De literatuurstudie is beperkt in de zin dat beschreven patronen, symptomen en medische voorgeschiedenis niet volledig overeenkomen met die van de patiënt.
Date Created
November 2022
Type
Casestudie
number of pages
85