Osteopathie en varices; een casestudy
Object
Titel
Osteopathie en varices; een casestudy
Author(s)
J. Mur
Abstract
"Het doel van deze casestudy is om een theoretische onderbouwing te vinden voor een mogelijke werkingsmechanisme van de gegeven behandeling. Daarom is gekozen de volgende onderwerpen te bespreken.
Allereerst een beschrijving van de casus. Daarna volgt in hoofdstuk 3 een uiteenzetting van de reguliere kijk op varices. In hoofdstuk 4 laten we de (fasciale) relaties van het caecum en de nier met de v. iliaca externa en de venen in het rechter been zien. Daarnaast zien we de fasciale invloed op het ligament inguinale en de daarin lopende venen en arteriën in relatie tot de doorbloeding van het rechter been. Tevens zien we hier de relatie van de fossa van Cuneo en Marciel tot de onderste extremiteit en de invloed die een nierptose kan hebben op het diafragma. Met de paragraaf ´de invloed van omgevingsfactoren op de venen´ willen we een koppeling van de reguliere geneeskunde naar osteopathie maken. In hoofdstuk 6 wordt er ingegaan op de fysiologische functies met betrekking tot de casus. Tevens proberen we de begrippen ´vis a latre´ en ´vis a fronte´ uit te leggen en hier een koppeling te maken naar de casus. Ook wordt de invloed van de tonus van de vaatwand en een verhoogde intra abdominale druk uitgelegd. In hoofdstuk 7 zien we onder andere de nerveuze invloed en de invloed van de (para-) sympaticus op bv. de constrictie van de iliocaecale valvule, invloed op de ontlastingsconsistentie, verminderde secretie van de nier en de uitscheiding van adrenaline door de bijnier. Hoofdstuk 8 beslaat een opsomming van verschillende theorieën over het ontstaan van varices en in hoofdstuk 9 beschrijven we de verschillende behandelmethodes van varices. Hoofdstuk 10 is een uiteenzetting van werkingsmechanismen met betrekking tot de casus.
Middels deze casestudie hopen we de effectiviteit van een osteopathische behandeling van varices in de onderste extremiteit aan te tonen. "
Allereerst een beschrijving van de casus. Daarna volgt in hoofdstuk 3 een uiteenzetting van de reguliere kijk op varices. In hoofdstuk 4 laten we de (fasciale) relaties van het caecum en de nier met de v. iliaca externa en de venen in het rechter been zien. Daarnaast zien we de fasciale invloed op het ligament inguinale en de daarin lopende venen en arteriën in relatie tot de doorbloeding van het rechter been. Tevens zien we hier de relatie van de fossa van Cuneo en Marciel tot de onderste extremiteit en de invloed die een nierptose kan hebben op het diafragma. Met de paragraaf ´de invloed van omgevingsfactoren op de venen´ willen we een koppeling van de reguliere geneeskunde naar osteopathie maken. In hoofdstuk 6 wordt er ingegaan op de fysiologische functies met betrekking tot de casus. Tevens proberen we de begrippen ´vis a latre´ en ´vis a fronte´ uit te leggen en hier een koppeling te maken naar de casus. Ook wordt de invloed van de tonus van de vaatwand en een verhoogde intra abdominale druk uitgelegd. In hoofdstuk 7 zien we onder andere de nerveuze invloed en de invloed van de (para-) sympaticus op bv. de constrictie van de iliocaecale valvule, invloed op de ontlastingsconsistentie, verminderde secretie van de nier en de uitscheiding van adrenaline door de bijnier. Hoofdstuk 8 beslaat een opsomming van verschillende theorieën over het ontstaan van varices en in hoofdstuk 9 beschrijven we de verschillende behandelmethodes van varices. Hoofdstuk 10 is een uiteenzetting van werkingsmechanismen met betrekking tot de casus.
Middels deze casestudie hopen we de effectiviteit van een osteopathische behandeling van varices in de onderste extremiteit aan te tonen. "
Date Created
November 2008
Type
Casestudie
number of pages
49
Keywords
Varices, venen, veneuze kleppen, spierpomp, chronische veneuze insufficiëntie (CVI), intra abdominale druk, hydrostatische druk, fysiologie veneuze terugstroom, caecum, nier, ICV (ilio caecale valvule)