Attention Deficit Hyperactivity Disorder
Object
Titel
Attention Deficit Hyperactivity Disorder
Author(s)
P. Vasconcelos
Abstract
"In deze casus is getracht een verklaring te geven voor de afname van de ADHD gerelateerde klachten, met name hyperactiviteit en een gebrek aan concentratievermogen bij de patiënt L. na osteopathische interventie. De behandeling bestond uit technieken ter hoogte van de schedelbasis en suturale verbindingen, de intra- en extracraniale tensie membraan, de diafragmata, het peritoneum viscerale, de rechter nier, en, ter hoogte van L5-S1, het linker ilium en het os sternum.
Na het derde consult bleek een duidelijke vermindering van de klachten. Naast de behandeling van de dysfuncties van de schedelbasis waren, naar onze opvatting, de behandelingen van de intra-craniale dura en de dunne darm (en zijn glijvlakken met caecum en sigmoid) van groot belang. Hieruit rees de vraag of de behandeling van deze structuren een invloed heeft gehad op de afname van de hyperactiviteit en concentratieklachten bij deze patiënt. En tevens door middel van welke andere verklaringsmodellen deze verbeteringen verklaard kunnen worden.
Uit het literatuuronderzoek over ADHD komt naar voren dat een controversie heerst, niet alleen in de etiologie, maar ook in de pathogenese van ADHD bij kinderen. In deze casestudie blijken verschillende verklaringsmodellen het positieve effect van osteopathische interventie bij deze patiënt te kunnen verklaren.
Vanuit de embryologie is de wederzijdse afhankelijkheid van functie en structuur een gegeven. Dit feit, samen met de snelle postnatale ontwikkeling van structuren van het lichaam, maakt een osteopathische behandeling in de eerste ontwikkelingsjaren zeer nuttig.
Vanuit de fysiologie van het peritoneum en de darm, zien wij dat het neuro-vegetatieve, neuro-endocriene en het immuunsysteem in constante wisselwerking met elkaar zijn. Hier speelt het centrale zenuwstelsel via feed-back mechanismen -of direct via hormonen, neuropeptiden en cytokinen- een coördinerende rol. De constatering van het bestaan van deze mechanismen kan een aanleiding voor de osteopathie zijn om door middel van viscero-craniale integratie, de ADHD problematiek te benaderen.
Vanuit de psychoneuro-immunologie zien wij dat een door stress overbelast neuro-endocrien- en immuunsysteem onderhevig is aan een overmatig aanbod van cytokinen in het centrale zenuwstelsel en dat het zo een schadelijke invloed op de zenuwcellen uit kan oefenen. Ook een door stress verhoogde glucocorticoïdespiegel heeft een degeneratieve invloed op het zenuwstelsel. Dit model heeft de mogelijkheid om een relatie te leggen tussen de consequenties van een door stress beïnvloed systeem en oorzaken van ADHD problematiek.
Vanuit het model van het basis bioregulatiesysteem zien wij gegevens over functie, structuur en fysiologie van het bindweefsel geïntegreerd in één concept. Dit concept beschrijft een systeem dat op elke stressor op dezelfde wijze reageert. Doordat het bindweefsel de structuur vormt waarmee osteopathie invloed uit kan oefenen op de mobiliteit en functies van het lichaam, is dit concept toegankelijk en toepasbaar op alle drie aspecten van de osteopathie (pariëtaal, visceraal en craniaal).
Door de osteopathische behandeling is de mobiliteit van het bindweefsel (lokaal en algeheel) bij deze patiënt verbeterd. Als gevolg hiervan is de structuur van de extracellulaire matrix veranderd en wordt het BBRS minder belast. Dit resulteert in een genormaliseerde prikkeldrempel, een verbeterd vegetatief evenwicht en een verbeterde fysiologie. Hierdoor neigt de patiënt minder tot dwangmatig bewegen, afleiding zoeken en het opbouwen van een verhoogde spierspanning.
Er zijn verschillende osteopathische verklaringsmodellen mogelijk die verklaren hoe, na behandelingen van de dura mater en het peritoneum viscerale (en de aan deze beide gerelateerde structuren), een afname van de klachten bij deze patiënt plaats heeft gevonden. In deze casestudie zijn de volgende verklaringsmodellen beschreven: fasciale relaties, haemodynamische aspecten, invloeden op het liquor cerebrospinalis en neurologische aspecten. Deze genoemde modellen kunnen in meer of mindere mate een rol spelen in het in standhouden van de symptomatologie van deze patiënt, waarbij ze elkaar beïnvloeden en eventueel versterken."
Na het derde consult bleek een duidelijke vermindering van de klachten. Naast de behandeling van de dysfuncties van de schedelbasis waren, naar onze opvatting, de behandelingen van de intra-craniale dura en de dunne darm (en zijn glijvlakken met caecum en sigmoid) van groot belang. Hieruit rees de vraag of de behandeling van deze structuren een invloed heeft gehad op de afname van de hyperactiviteit en concentratieklachten bij deze patiënt. En tevens door middel van welke andere verklaringsmodellen deze verbeteringen verklaard kunnen worden.
Uit het literatuuronderzoek over ADHD komt naar voren dat een controversie heerst, niet alleen in de etiologie, maar ook in de pathogenese van ADHD bij kinderen. In deze casestudie blijken verschillende verklaringsmodellen het positieve effect van osteopathische interventie bij deze patiënt te kunnen verklaren.
Vanuit de embryologie is de wederzijdse afhankelijkheid van functie en structuur een gegeven. Dit feit, samen met de snelle postnatale ontwikkeling van structuren van het lichaam, maakt een osteopathische behandeling in de eerste ontwikkelingsjaren zeer nuttig.
Vanuit de fysiologie van het peritoneum en de darm, zien wij dat het neuro-vegetatieve, neuro-endocriene en het immuunsysteem in constante wisselwerking met elkaar zijn. Hier speelt het centrale zenuwstelsel via feed-back mechanismen -of direct via hormonen, neuropeptiden en cytokinen- een coördinerende rol. De constatering van het bestaan van deze mechanismen kan een aanleiding voor de osteopathie zijn om door middel van viscero-craniale integratie, de ADHD problematiek te benaderen.
Vanuit de psychoneuro-immunologie zien wij dat een door stress overbelast neuro-endocrien- en immuunsysteem onderhevig is aan een overmatig aanbod van cytokinen in het centrale zenuwstelsel en dat het zo een schadelijke invloed op de zenuwcellen uit kan oefenen. Ook een door stress verhoogde glucocorticoïdespiegel heeft een degeneratieve invloed op het zenuwstelsel. Dit model heeft de mogelijkheid om een relatie te leggen tussen de consequenties van een door stress beïnvloed systeem en oorzaken van ADHD problematiek.
Vanuit het model van het basis bioregulatiesysteem zien wij gegevens over functie, structuur en fysiologie van het bindweefsel geïntegreerd in één concept. Dit concept beschrijft een systeem dat op elke stressor op dezelfde wijze reageert. Doordat het bindweefsel de structuur vormt waarmee osteopathie invloed uit kan oefenen op de mobiliteit en functies van het lichaam, is dit concept toegankelijk en toepasbaar op alle drie aspecten van de osteopathie (pariëtaal, visceraal en craniaal).
Door de osteopathische behandeling is de mobiliteit van het bindweefsel (lokaal en algeheel) bij deze patiënt verbeterd. Als gevolg hiervan is de structuur van de extracellulaire matrix veranderd en wordt het BBRS minder belast. Dit resulteert in een genormaliseerde prikkeldrempel, een verbeterd vegetatief evenwicht en een verbeterde fysiologie. Hierdoor neigt de patiënt minder tot dwangmatig bewegen, afleiding zoeken en het opbouwen van een verhoogde spierspanning.
Er zijn verschillende osteopathische verklaringsmodellen mogelijk die verklaren hoe, na behandelingen van de dura mater en het peritoneum viscerale (en de aan deze beide gerelateerde structuren), een afname van de klachten bij deze patiënt plaats heeft gevonden. In deze casestudie zijn de volgende verklaringsmodellen beschreven: fasciale relaties, haemodynamische aspecten, invloeden op het liquor cerebrospinalis en neurologische aspecten. Deze genoemde modellen kunnen in meer of mindere mate een rol spelen in het in standhouden van de symptomatologie van deze patiënt, waarbij ze elkaar beïnvloeden en eventueel versterken."
Date Created
November 2009
Type
Casestudie
number of pages
104
Keywords
ADHD, Attention Dificit Hyperactivity Disorder, hyperactiviteit, aandachtstekortstoornis, kinderen, ontwikkeling van de hersenen, psychoneuroimmunologie, basis bioregulatiesysteem, dura mater, peritoneum viscerale, neurofysiologie