Depressie en Rugklachten, een osteopathische visie
Object
Titel
Depressie en Rugklachten, een osteopathische visie
Author(s)
R. van de Veen
Abstract
"In hoofdstuk 1 wordt de casus beschreven en in hoofdstuk 2 worden de consulten schematisch weergegeven. In hoofdstuk 3 wordt de reguliere diagnostiek en behandeling omtrent een depressieve stoornis, prikkelbare darm syndroom en aspecifieke lage rugklachten beschreven. Hoofdstuk 4 bevat een anatomische en fysiologische beschrijving van diverse structuren binnen het craniaal-, visceraal- en pariëtaal systeem. Dit betreft structuren die relevant zijn in relatie tot de casus. In hoofdstuk 5 worden, op basis van literatuurstudie, verschillende relaties beschreven tussen de diverse structuren uit hoofdstuk 4. In hoofdstuk 6 beschrijf ik een integratie van de verschillende relaties en op basis daarvan een mogelijk ontstaans- mechanisme van de rugklachten uit deze casus. In hoofdstuk 7 volgt dan beantwoording en conclusie ten aanzien van de vraagstelling. Daarnaast staan er enkele persoonlijke overwegingen die betrekking hebben op de diagnostiek, het behandelen en het interpreteren van effecten. Aansluitend volgt een dankwoord en literatuurlijst.
“Is er in deze casus een osteopathische relatie tussen de fysiologische gevolgen van een depressieve stoornis en het bestaan van aspecifieke lage rugklachten?”
Om deze vraagstelling te beantwoorden waren een tweetal subvragen geformuleerd:
- Welke specifieke relatie is er tussen fysiologische gevolgen van een depressieve stoornis en de darmklachten?
- Welke specifieke relaties zijn er tussen de darmklachten en de rugklachten?
Fysiologisch en Neurologisch:
Een antwoord op subvraag 1 is te geven op grond van de beschreven fysiologische en neurologische relaties tussen het craniale en het viscerale systeem. Hierbij kan gesteld worden dat er een specifieke endocrinologische (HHB-as) en neurologische (Nervus Vagus) relatie bestaat tussen deze twee systemen
Membraneus en Circulatoir:
Een antwoord op subvraag 2 is te formuleren aan de hand van de beschreven relaties tussen het viscerale en pariëtale systeem. Hierbij spelen diverse vormen van fasciaal weefsel een relevante rol in bijvoorbeeld viscerale verstoringen (darmproblematiek) met eventueel pariëtale veranderingen (mobiliteit wervelkolom) tot gevolg. Bij deze relatie speelt met name de functie van de ECM een zowel mechanische als metabolische rol.
Tevens kunnen door mobiliteitsveranderingen van fasciën en lumbale wervelkolom, verstoringen op circulatoir gebied ontstaan met mogelijk directe gevolgen voor het trofisch functioneren van het myelum, de radices en de spinale zenuwen. Een en ander met mogelijk neurogene klachten tot gevolg.
Mechanisch:
De mechanische factoren in deze casus zijn onder andere beschreven via de membraneuze relatie tussen het viscerale en het pariëtale systeem. Hierbij speelt de extracellulaire matrix van het bindweefsel een cruciale rol.
Een andere mechanische relatie is kort beschreven in paragraaf 5.4.1. Dit betreft de mechanische relatie tussen het pariëtale en het craniale systeem op basis van de diverse durale verbindingen tussen beide systemen. Deze relatie heeft invloed op zowel de articulaire mobiliteit als op de mate van circulatie binnen het cranio-sacraal systeem.
Op basis van boven genoemde relaties is mijn antwoord op de centrale vraagstelling bevestigend."
“Is er in deze casus een osteopathische relatie tussen de fysiologische gevolgen van een depressieve stoornis en het bestaan van aspecifieke lage rugklachten?”
Om deze vraagstelling te beantwoorden waren een tweetal subvragen geformuleerd:
- Welke specifieke relatie is er tussen fysiologische gevolgen van een depressieve stoornis en de darmklachten?
- Welke specifieke relaties zijn er tussen de darmklachten en de rugklachten?
Fysiologisch en Neurologisch:
Een antwoord op subvraag 1 is te geven op grond van de beschreven fysiologische en neurologische relaties tussen het craniale en het viscerale systeem. Hierbij kan gesteld worden dat er een specifieke endocrinologische (HHB-as) en neurologische (Nervus Vagus) relatie bestaat tussen deze twee systemen
Membraneus en Circulatoir:
Een antwoord op subvraag 2 is te formuleren aan de hand van de beschreven relaties tussen het viscerale en pariëtale systeem. Hierbij spelen diverse vormen van fasciaal weefsel een relevante rol in bijvoorbeeld viscerale verstoringen (darmproblematiek) met eventueel pariëtale veranderingen (mobiliteit wervelkolom) tot gevolg. Bij deze relatie speelt met name de functie van de ECM een zowel mechanische als metabolische rol.
Tevens kunnen door mobiliteitsveranderingen van fasciën en lumbale wervelkolom, verstoringen op circulatoir gebied ontstaan met mogelijk directe gevolgen voor het trofisch functioneren van het myelum, de radices en de spinale zenuwen. Een en ander met mogelijk neurogene klachten tot gevolg.
Mechanisch:
De mechanische factoren in deze casus zijn onder andere beschreven via de membraneuze relatie tussen het viscerale en het pariëtale systeem. Hierbij speelt de extracellulaire matrix van het bindweefsel een cruciale rol.
Een andere mechanische relatie is kort beschreven in paragraaf 5.4.1. Dit betreft de mechanische relatie tussen het pariëtale en het craniale systeem op basis van de diverse durale verbindingen tussen beide systemen. Deze relatie heeft invloed op zowel de articulaire mobiliteit als op de mate van circulatie binnen het cranio-sacraal systeem.
Op basis van boven genoemde relaties is mijn antwoord op de centrale vraagstelling bevestigend."
Date Created
December 2011
Type
Casestudie
number of pages
50
Keywords
Depressie, prikkelbare darmsyndroom, aspecifieke lage rugklachten, fasciae, bindweefsel, extracellulaire matrix, psyche, soma, endocrinologie, nervus Vagus