De gebeurtenissen voor, op en achter de darmwand
Item
Title
De gebeurtenissen voor, op en achter de darmwand
Author(s)
D. de Winter
Abstract
De symptomen van het prikkelbare-darmsyndroom bestaan uit buikpijn gerelateerd aan de afwijkende frequentie of vorm van de ontlasting. Welke werkingsmechanismen verantwoordelijk
kunnen zijn voor deze symptomen en hoe de mesologie naar dit syndroom kijkt, levert antwoorden op voor in de praktijk. De informatie om dit te achterhalen, is verkregen door middel van een
literatuurstudie in wetenschappelijke databases en tijdschriften, als ook uit de syllabi van de academie voor mesologie.
De functie van de intestinale barrière blijkt een grote rol te spelen bij viscerale pijn en dismotiliteit van de darm. Voor de functie van de intestinale barrière werken verschillende lagen op elkaar in.
Deze vijf lagen zijn onder te verdelen in de chemische barrière, het microbioom, de mucuslaag, de epitheelcellen met de celverbindingen en de lamina propria. Deze lagen communiceren met elkaar en
werken ook op elkaar door wanneer structuren verstoord worden.
De structuren kunnen verstoord worden door problemen in de opbouw in de eerste duizend dagen na conceptie, door exogene factoren waaronder stoffen in de voeding en medicijnen. Op het moment van verstoring kunnen disfunctionele processen plaatsvinden die disfunctie van de intestinale barrière in stand houden. Hierbij valt te denken aan hechting van virulente pathogene bacteriën die ontstekingen kunnen creëren en de slijmlaag verstoren.
Door deze verstoringen worden zenuwvezels in de darm gesensibiliseerd, waardoor neuropeptiden vrijkomen die perifere en centrale hypersensitiviteit kunnen veroorzaken. Deze sensibilisatie ontstaat onder andere door pro-inflammatoire stoffen die vrijkomen. Daarnaast worden kanalen in de darmwand geactiveerd door verschillende factoren, zoals serotonineregulatie vanuit de entero-
endocriene cellen of pro-inflammatoire stoffen. Deze vrijgekomen stoffen uit de kanalen prikkelen de zenuwvezels weer. De nervus vagus heeft een remmende factor op de pijnbaan. Deze remmende
functie wordt echter tenietgedaan wanneer deze in hypotonie functioneert door een verstoorde intestinale barrière. De verstoorde intestinale barrière zorgt voor verminderde remmende impulsen
van de nervus vagus op de pijnbaan en dit wordt hypotonie van de nervus vagus genoemd. Chronische stress kan op het niveau van de darm zorgen voor het vrijkomen van pro-inflammatoire
stoffen en de prikkels van de pijnbaan verhoogd laten doorkomen.
Een symbiotisch microbioom reguleert de motiliteit van de darm door directe invloed op de neurogenese van het enterisch zenuwstelsel. Via metabolieten en secundaire galzuren waarvoor het
microbioom nodig is, communiceert het microbioom met entero-endocriene cellen die op hun beurt peptidehormonen afgeven. Deze peptidehormonen reguleren de motiliteit weer. Daarnaast reguleert
een symbiotisch microbioom de afgifte van pro-inflammatoire stoffen en voorkomt het hiermee het negatieve effect hiervan, als ook dat van lipopolysachariden van gram negatieve bacteriën. Deze
lipopolysachariden en pro-inflammatoire stoffen hebben een negatieve invloed op de motiliteit en secretie van de darmwand. De entero-endocriene cellen produceren aan de hand van stimuli
peptidehormonen met effect op de motiliteit en secretie van darmwand. De stimuli bestaat uit microbiële metabolieten, pro-inflammatoire stoffen en voedsel dat volledig voorverteerd is.
Obstipatie en diarree zijn uiteindelijk afhankelijk van de stimuli van bovenstaande en hoe de motiliteit gereguleerd is in verhouding tot de secretie. Zo kan in het geval van een pathogeen ook een vertraagde motiliteit aanwezig zijn, maar de overmaat van secretie een diarreebeeld geven.
De mesologie is naast deze processen, die vanuit een westers, regulier en orthomoleculair perspectief geschreven zijn, ook gericht op het oosterse perspectief. Het gaat er in de mesologie ook om hoe de patiënt reageert op de stimuli vanuit zijn typologie. Hierdoor bestaat een individueel proces dat uitgezocht kan worden bij iedere patiënt met prikkelbare-darmsyndroom.
kunnen zijn voor deze symptomen en hoe de mesologie naar dit syndroom kijkt, levert antwoorden op voor in de praktijk. De informatie om dit te achterhalen, is verkregen door middel van een
literatuurstudie in wetenschappelijke databases en tijdschriften, als ook uit de syllabi van de academie voor mesologie.
De functie van de intestinale barrière blijkt een grote rol te spelen bij viscerale pijn en dismotiliteit van de darm. Voor de functie van de intestinale barrière werken verschillende lagen op elkaar in.
Deze vijf lagen zijn onder te verdelen in de chemische barrière, het microbioom, de mucuslaag, de epitheelcellen met de celverbindingen en de lamina propria. Deze lagen communiceren met elkaar en
werken ook op elkaar door wanneer structuren verstoord worden.
De structuren kunnen verstoord worden door problemen in de opbouw in de eerste duizend dagen na conceptie, door exogene factoren waaronder stoffen in de voeding en medicijnen. Op het moment van verstoring kunnen disfunctionele processen plaatsvinden die disfunctie van de intestinale barrière in stand houden. Hierbij valt te denken aan hechting van virulente pathogene bacteriën die ontstekingen kunnen creëren en de slijmlaag verstoren.
Door deze verstoringen worden zenuwvezels in de darm gesensibiliseerd, waardoor neuropeptiden vrijkomen die perifere en centrale hypersensitiviteit kunnen veroorzaken. Deze sensibilisatie ontstaat onder andere door pro-inflammatoire stoffen die vrijkomen. Daarnaast worden kanalen in de darmwand geactiveerd door verschillende factoren, zoals serotonineregulatie vanuit de entero-
endocriene cellen of pro-inflammatoire stoffen. Deze vrijgekomen stoffen uit de kanalen prikkelen de zenuwvezels weer. De nervus vagus heeft een remmende factor op de pijnbaan. Deze remmende
functie wordt echter tenietgedaan wanneer deze in hypotonie functioneert door een verstoorde intestinale barrière. De verstoorde intestinale barrière zorgt voor verminderde remmende impulsen
van de nervus vagus op de pijnbaan en dit wordt hypotonie van de nervus vagus genoemd. Chronische stress kan op het niveau van de darm zorgen voor het vrijkomen van pro-inflammatoire
stoffen en de prikkels van de pijnbaan verhoogd laten doorkomen.
Een symbiotisch microbioom reguleert de motiliteit van de darm door directe invloed op de neurogenese van het enterisch zenuwstelsel. Via metabolieten en secundaire galzuren waarvoor het
microbioom nodig is, communiceert het microbioom met entero-endocriene cellen die op hun beurt peptidehormonen afgeven. Deze peptidehormonen reguleren de motiliteit weer. Daarnaast reguleert
een symbiotisch microbioom de afgifte van pro-inflammatoire stoffen en voorkomt het hiermee het negatieve effect hiervan, als ook dat van lipopolysachariden van gram negatieve bacteriën. Deze
lipopolysachariden en pro-inflammatoire stoffen hebben een negatieve invloed op de motiliteit en secretie van de darmwand. De entero-endocriene cellen produceren aan de hand van stimuli
peptidehormonen met effect op de motiliteit en secretie van darmwand. De stimuli bestaat uit microbiële metabolieten, pro-inflammatoire stoffen en voedsel dat volledig voorverteerd is.
Obstipatie en diarree zijn uiteindelijk afhankelijk van de stimuli van bovenstaande en hoe de motiliteit gereguleerd is in verhouding tot de secretie. Zo kan in het geval van een pathogeen ook een vertraagde motiliteit aanwezig zijn, maar de overmaat van secretie een diarreebeeld geven.
De mesologie is naast deze processen, die vanuit een westers, regulier en orthomoleculair perspectief geschreven zijn, ook gericht op het oosterse perspectief. Het gaat er in de mesologie ook om hoe de patiënt reageert op de stimuli vanuit zijn typologie. Hierdoor bestaat een individueel proces dat uitgezocht kan worden bij iedere patiënt met prikkelbare-darmsyndroom.
Date Created
2024
Type
Afstudeeropdracht Research Plan CIG, literatuurstudie
number of pages
54
Keywords
Prikkelbare darmsyndroom, PDS, literatuurstudie