Casestudie lage rugklachten
Object
Titel
Casestudie lage rugklachten
Author(s)
A. Landa
Abstract
Een man van 46 jaar met lage rugklachten werd osteopathisch behandeld.
In het osteopathisch onderzoek werd de dirigerende oorzaak voor de lage rugklachten geconstateerd in een dysfunctie van de dunne darm en de nieren. Na behandeling van de dunne darm en nieren waren de klachten aan de lage rug duidelijk verminderd. Deze case wordt theoretisch onderbouwd vanuit de anatomie om de mogelijke relaties te beschrijven tussen dunne darm, nieren en de lage rug. Deze klachten zijn ontstaan na een val, mogelijk was dit de bekende druppel die de emmer deed overlopen. Omdat een vasectomie de laatste lichamelijke gebeurtenis was, wordt er in deze case ook via anatomische weg een relatie gelegd tussen een vasectomie en de verminderde mobiliteit van de nieren en dunne darm. Uit literatuurstudie blijkt dat het aannemelijk is dat littekenweefsel van de vasectomie een vermindering aan mobiliteit veroorzaakt. Verder wordt er in deze case getracht een osteopathische verklaring te geven over het mogelijk ontstaan van deze klachten ten aanzien van de patiënt zijn voorgeschiedenis.
Op basis van deze casestudie kunnen er worden geconcludeerd dat er anatomische een relatie bestaat tussen dunne darm, nieren en de lage rug. De fasciale en de vasculaire relaties kunnen bij deze patiënt een verklaring zijn voor lage rugklachten. Ook kunnen we voor deze case concluderen dat een lage rugklacht, die is ontstaan na een fysiek trauma, positief behandeld kan worden.
Ook al zou theoretisch gezien de behandeling van de dunne darm en nieren kunnen leiden tot het verdwijnen van de lage rugklachten, in deze casestudie kan dit niet volmondig worden geconcludeerd. Na de eerste behandeling waren de klachten namelijk voor 80% verminderd. Pas na de derde behandeling waren de lage rugklachten volledig verdwenen.
Opvallend hierbij is dat de fasciale trek vanuit het occiput naar het sacrum was verdwenen. Juist omdat na de derde behandeling de fasciale trek is veranderd zou er verondersteldkunnen worden dat het trauma een voorkeursrichting in het myofasciale systeem geeft. En dat het fasciaal zoeken van het point of balance membranous tension (PBMT) om van daaruit het weefsel te laten ontspannen voor het eindeffect (100% klachtenvrij) heeft gezorgd.
In het osteopathisch onderzoek werd de dirigerende oorzaak voor de lage rugklachten geconstateerd in een dysfunctie van de dunne darm en de nieren. Na behandeling van de dunne darm en nieren waren de klachten aan de lage rug duidelijk verminderd. Deze case wordt theoretisch onderbouwd vanuit de anatomie om de mogelijke relaties te beschrijven tussen dunne darm, nieren en de lage rug. Deze klachten zijn ontstaan na een val, mogelijk was dit de bekende druppel die de emmer deed overlopen. Omdat een vasectomie de laatste lichamelijke gebeurtenis was, wordt er in deze case ook via anatomische weg een relatie gelegd tussen een vasectomie en de verminderde mobiliteit van de nieren en dunne darm. Uit literatuurstudie blijkt dat het aannemelijk is dat littekenweefsel van de vasectomie een vermindering aan mobiliteit veroorzaakt. Verder wordt er in deze case getracht een osteopathische verklaring te geven over het mogelijk ontstaan van deze klachten ten aanzien van de patiënt zijn voorgeschiedenis.
Op basis van deze casestudie kunnen er worden geconcludeerd dat er anatomische een relatie bestaat tussen dunne darm, nieren en de lage rug. De fasciale en de vasculaire relaties kunnen bij deze patiënt een verklaring zijn voor lage rugklachten. Ook kunnen we voor deze case concluderen dat een lage rugklacht, die is ontstaan na een fysiek trauma, positief behandeld kan worden.
Ook al zou theoretisch gezien de behandeling van de dunne darm en nieren kunnen leiden tot het verdwijnen van de lage rugklachten, in deze casestudie kan dit niet volmondig worden geconcludeerd. Na de eerste behandeling waren de klachten namelijk voor 80% verminderd. Pas na de derde behandeling waren de lage rugklachten volledig verdwenen.
Opvallend hierbij is dat de fasciale trek vanuit het occiput naar het sacrum was verdwenen. Juist omdat na de derde behandeling de fasciale trek is veranderd zou er verondersteldkunnen worden dat het trauma een voorkeursrichting in het myofasciale systeem geeft. En dat het fasciaal zoeken van het point of balance membranous tension (PBMT) om van daaruit het weefsel te laten ontspannen voor het eindeffect (100% klachtenvrij) heeft gezorgd.
Date Created
Mei 2005
Type
Casestudie
number of pages
40
Keywords
Lage rug, lumbaal, nieren, vasectomie, point of balance membranous tension (PBMT)